Niveau
PS.B2
|
Toelatingsvoorwaarden
Toegelaten tot het 2e studiejaar (B2)
|
Doelstelling
De student maakt kennis met fenomenen, ontwikkelingsstadia en theorievorming met betrekking tot visuele waarneming en visuele aandacht en kan antwoord geven op een breed scala aan vragen op deze terreinen. Enkele voorbeelden: Welke basisprincipes liggen ten grondslag aan de visuele waarneming? Hoe worden visuele patronen geïnterpreteerd? Wat kunnen we leren van de bestudering van visuele illusies? Hoe nemen we diepte waar? Hoe verloopt de ontwikkeling van de visuele waarneming in het eerste levensjaar? Hoe nemen baby's van twee maanden oud ruimtelijke eenheden als objecten waar? Wat is de betekenis van de visuele ontwikkeling voor andere aspecten zoals beweging en cognitie? Wat zijn procesmodellen en representatiemodellen in de objectwaarneming? Welke rol speelt aandacht bij de waarneming en hoe beïnvloedt die de theorievorming over visuele waarneming?
|
Inhoud / Omschrijving
Als we onze ogen openen en om ons heen kijken zien we vrijwel meteen de omgeving met daarin duidelijk herkenbare voorwerpen: een tafel, een stoel, een kopje, enzovoort. In een grote menigte herkennen we gemakkelijk het gezicht van een bekende persoon en in het verkeer reageren we veelal snel en accuraat op een plotseling overstekende voetganger. Zelfs de waarneming van baby's, al in de eerste weken na geboorte, blijkt veel beter dan ooit voor mogelijk werd gehouden. De verwondering wordt alleen maar groter als je bedenkt dat een baby dan nog alles vrij wazig ziet. Het brein en het visuele systeem moeten zich dan nog verder ontwikkelen, maar doen dat in hoog tempo in het eerste levensjaar. De visuele waarneming lijkt vanzelfsprekend, maar in werkelijkheid gaat het om een zeer complex proces. Het licht dat op onze ogen valt wordt door ons brein razendsnel vertaald in een begrijpelijke en betekenisvolle wereld. De waarneming lijkt zelfs verder te gaan dan wat we werkelijk zien. Kijk maar eens om je heen. Je ziet objecten bijna nooit helemaal; vaak is een gedeelte aan het zicht onttrokken. Toch gaat het brein uit van volledige objecten. Dat wil echter niet zeggen dat de waarneming altijd optimaal weergeeft wat er om ons heen gebeurt; iets wat vlak voor onze neus plaatsvindt merken we soms niet eens op, terwijl een knipperend lichtje ergens in de verte meteen de aandacht kan trekken. Perceptie en aandacht zijn sterk met elkaar verweven en vormen de kern van dit thema. De cursus is onderverdeeld in de volgende 7 deelthema's - Visuele organisatie en diepte cues
- Object-ruimte en visuele aandacht
- Het visuele systeem nader bekeken
- Wat zien baby's in het eerste levensjaar?
- Hoe kijken baby's in het eerste levensjaar?
- Proces versus representatie
- Waarneming versus werkelijkheid
|
Literatuur
Syllabus + een aantal artikelen die ter inzage liggen bij de docent.
|
Inlichtingen
Dr. R. van Lier (Cognitieve Psychologie, coördinator),
|
Toetsingsvorm
- Zeven practicumopdrachten plus eindtoets (open vragen).
- De practicumopdrachten zijn verplicht en bepalen mede het eindresultaat.
|
Inschrijving
Zie bij hoofdstuk: thematische groepsindeling, blokindeling en inschrijfprocedure |
Bijzonderheden
Let Op! Op dit moment is nog niet bekend of de benodigde zalen voor de cursus en het tentamen beschikbaar zijn. Het rooster kan dus nog worden gewijzigd d.w.z. dat de cursus en/of het tentamen eventueel op andere dagen en/of tijden wordt gegeven.
|
