Zoek
English
  Studiegidsen 2008-2009
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica > Bachelor Informatica en Informatiekunde

Informatiesystemen (IS1) 

Vakcode
IBI003
Studiepunten
6
Periode
H
Inleiding
Dit vak behandelt informatiemodellering, een essentieel onderdeel van systeemanalyse. Centraal staat de vraag hoe we op een nette en formele manier de syntax en de semantiek van informatiemodellen kunnen vastleggen. Er worden modelleringstechnieken besproken, die voldoen aan de volgende eisen. De techniek heeft een formele onderbouwing, is op een conceptueel nivo, heeft een ruime expressieve kracht, is executeerbaar, leidt tot begrijpelijke en communiceerbare modellen, en is geschikt voor het modelleren van gegevensintensieve domeinen. Communiceerbaarheid is een belangrijke eis, omdat conceptuele modellen een cruciale rol spelen in de communicatie met domeinexperts.
Leerdoelen
In dit vak zul je leren hoe je het belang van formele methoden kunt beargumenteren. Daarbij is het belangrijk dat je de syntax en semantiek van informatiemodellen zodanig leert begrijpen, dat je complexe domeinen kunt modelleren. Vervolgens leer je om te redeneren over correctheid en consistentie van informatiemodellen. Als er fouten in het model blijven zitten, zal het resulterende systeem niet aan de verwachtingen voldoen! Ook compleetheid van de modellen is belangrijk. Incomplete modellen hebben namelijk tot gevolg dat bepaalde aspecten nog niet gemodelleerd zijn, waardoor we helemaal niet meer weten hoe het uiteindelijke systeem zich zal gaan gedragen.
Onderwerpen
  • De syntax en semantiek van informatiestructuren kennen.
  • Kunnen werken met populaties van informatiestructuren.
  • Redeneren over type-gerelateerdheid.
  • De syntax en semantiek van veel voorkomende constrainttypen kennen.
  • Tegenspraken in constraints opsporen, uitleggen en bewijzen.
  • Meta modellen kunnen maken.
  • De complexiteit van verificatie van modellen kennen.
  • De syntax en semantiek van padexpressies kunnen begrijpen en toepassen .
Studielastverdeling
  • 32 uur hoorcollege
  • 32 uur werkcollege
  • 104 uur zelfstudie
Toelichting werkvormen
Het is de bedoeling dat je na elk hoorcollege je aantekeningen bestudeert en in het dictaat de betreffende onderdelen leest. Je kunt dan de volgende keer vragen stellen over onderwerpen die je nog niet goed begrijpt. Op het werkcollege worden opgaven besproken. Het werkcollege heeft een sterk interactief karakter. Alle studenten worden daarbij aangesproken. Naast het hoorcollege en het werkcollege moet je een werkstuk maken. Dat gebeurt gefaseerd. Elke drie weken moet je een tussenversie van je werkstuk inleveren. Als je de tussenversie met de docent wil bespreken, wordt er een afspraak ingepland. Je krijgt dan tips hoe je je werkstuk verder kunt verbeteren.
Toetsvorm
Individueel werkstuk en centraal schriftelijk tentamen.
Vereiste voorkennis
Het is handig als je al wat ervaring hebt met informatiemodellen. Dat kan bijvoorbeeld door het vak Domeinmodellering te volgen (of een vergelijkbaar vak). Verder is het handig als je een beetje kunt omgaan met wiskundige definities. Het vak Beweren en bewijzen kan je daarbij helpen (of een vergelijkbaar vak).
Literatuur
  • Het dictaat.
  • Instructies voor het werkstuk.
  • Handbook of data modelling (van 1959 tot 2008).
  • Suggesties voor further reading (niet verplicht).