Zoek
English
  Studiegidsen 2008-2009
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica > Bachelor Informatica en Informatiekunde

Research & Development Informatiekunde 3 

Vakcode
I00082
Studiepunten
6
Periode
H, L
Inleiding

De Bachelorscriptie is de afsluiting van de Bacheloropleiding. In de scriptie laat je zien dat je een relevante probleemstelling kunt formuleren en die oplossen met methoden uit de Bacheloropleiding.

Het product van je onderzoek kan van alles zijn: een artikel of literatuurstudie, maar bijvoorbeeld ook een prototype. In elk geval documenteer je je resultaten in de vorm van een scriptie.

Na een gezamenlijke start ga je zelf aan de slag met een vakdocent als begeleider.

Leerdoelen

Met de scriptie laat de student zien dat hij/zij

  • een probleem kan kiezen en inperken;
  • een bijpassende onderzoeksvraag kan formuleren;
  • een combinatie van (in de Bacheloropleiding aan de orde gekomen) wetenschappelijke methoden en/of technieken kan selecteren om het probleem op te lossen;
  • de resultaten helder kan weergeven en kan reflecteren op het oplossingsproces.

In de Bachelorscriptie staat het gebruik van methoden voorop; de inventiviteit ligt vooral in de combinatie ('breedte'). Als contrast: in de Masterscriptie ligt de nadruk meer op het zelf uitbreiden, toetsen en in complexe situaties toepassen van (geavanceerde) wetenschappelijke methoden.

Onderwerpen
Onderzoeksvraag, onderzoeksplan, scriptie, voordracht.
Studielastverdeling
  • 6 uur hoorcollege
  • 28 uur individuele begeleiding
  • 4 uur presentatie door studenten
  • 130 uur zelfstudie
Toelichting werkvormen

De Bachelorscriptie is geen "cursus", het is eerder een strak georganiseerd individueel project. Elk semester loopt er een ronde van dat project, en dus kun je aan het begin van elk semester "instappen". Als je je scriptieproject met goed gevolg hebt afgerond kun je aan het eind van het semester bij de coordinator (Dick van Leijenhorst) een testimonium laten tekenen.

We beginnen gezamenlijk met twee tot vier bijeenkomsten aan het begin van het semester. Hierin bespreken we de kenmerken van een bachelorscriptie, het formuleren van een goede onderzoeksvraag en het opstellen van een basis-onderzoeksplan. Aan het einde van de serie bijeenkomsten heeft elke deelnemer een onderzoeksvraag en een onderzoeksplan.

Na goedkeuring van het onderzoeksplan (door de begeleider en de examinator) kan hij/zij aan de slag met de uitvoering.

Het onderzoek en het schrijven van de scriptie doet elke student onder begeleiding van een NIII-docent.

Aan het slot geeft de student een presentatie van zijn/haar werk.

De Bachelorscriptie is een individueel product. Af en toe werken studenten samen in een project, waarbij ze bijvoorbeeld verschillende kanten van eenzelfde probleem bekijken.

Toetsvorm

De scriptie wordt beoordeeld door de begeleider samen met de examinator. (Het onderzoeksplan is tevoren door hen goedgekeurd.)

De aandachtspunten zijn:

  • probleemstelling, afbakening
  • formulering van de onderzoeksvraag
  • inzet van methoden en technieken
  • correctheid, vakkundigheid
  • originaliteit, diepgang, breedte
  • toelichting, motivatie, verantwoording
  • helderheid, doeltreffendheid van het taalgebruik
  • presentatie, structuur, verzorgdheid van de scriptie
  • zelfstandigheid en eigen initiatief.
Vereiste voorkennis
Je hebt de voorgaande cursussen van de bachelorpleiding afgerond.
Literatuur
H. Oost en A. Markenhof, Een onderzoek voorbereiden, HB uitgevers, Baarn, 2002, ISBN 90-5574-376-3
Website
http://www.cs.ru.nl/~bolke/rd3/index.html