Zoek
English
  Studiegidsen 2011-2012
Radboud UniversiteitStudiegidsen > Religiewetenschappen

Practicum cultuureducatie 


Vakcode
FTR-MRD104
Studiepunten
5
Niveau
Master
Onderwijsvorm
Practicum
Toetsvorm
Werkstuk
Doelstelling
  • inzicht in centrale concepten van cultuureducatie;
  • inzicht in de (on)mogelijkheden om religie in te representeren in een museale leeromgeving;
  • inzicht in (on)mogelijkheden van institutionele contexten waarbinnen cultuureducatie plaats vindt binnen onze samenleving ;

     

  • kennis van en vaardigheid in de inrichting van een leeromgeving gericht op informatie over religie. 
  •  
Beschrijving

Cultuur educatie is een verzamelterm voor alle vormen van leren die plaats vindt in musea, tentoonstellingen en culturele centra (inclusief theater). Religie kan worden beschouwd  als onderdeel van de cultuur, dat wil zeggen als product van menselijke betekenisgeving met betrekking tot vragen naar zin en geluk ("human flourishing", Taylor). We zullen starten met een analyse van de (on)mogelijkheden om religie te representeren in een museale leeromgeving. In hoeverre kun je ook de experientiële dimensie representeren? Welke ethische problemen doen zich voor in de tentoonstelling van religieuze objecten in een museum?
In het college zullen te inzichten op het terrein van cultuur educatie worden omgezet in concrete ontwikkeling van een educatieve leeromgeving die exemplarisch kan worden beschouwd voor beroepscontexten op het vlak van religie en cultuur. Het algemene doel van cultuur educatie is het inleiden in een specifieke cultuur via producten of praktijken van deze cultuur. Het leren in musea en culturele centra is in vergelijking met onderwijs te karakteriseren als informeel (vs. formeel), vrijwillig (vs. verplicht), permanent (vs. afgerond), incidenteel (vs. structureel). Voor het inrichten van een krachtige leeromgeving voor culturele educatie is het van belang om de (on)mogelijkheden van de institutionele context van musea, culturele centra te verdisconteren. Deze instituties onderscheiden zich in focus en eigenaarschap; in de opbouw van de collectie; in de mate dat men gebruik maakt van "tussenpersonen" (intermediairs die als experts mensen binnenleiden in de religieuze cultuur). De theorievorming rond culturele educatie heeft in de jaren negentig ontwikkelingen gevolgd binnen de leerpsychologie in het algemeen. Aanvankelijk speelde cultuur nauwelijks een rol in het dominante cognitieve paradigma van de mens als informatieverwerkend systeem. In het paradigma van het "culturalisme" (Bruner) spelen culturele producten, praktijken en contexten een belangrijke rol. Binnen dit paradigma zijn verschillende educatieve theorieën ontwikkeld zoals sociaal-constructionistische theorieën en sociaal-culturele theorieën  (voortbordurend op het denken van Dewey en Vygotsky). Voor het ontwikkelen van een krachtige leeromgeving met optimale leermogelijkheden voor specifieke doelgroepen bieden deze theorieën belangrijke inzichten waaruit geput kan worden voor het leren in musea en culturele centra.
In de collegeperiode worden drie musea bezocht met tentoonstellingen over religie. Een bezoek zullen we gezamenlijk doen, waarbij we  de inzichten uit het college toe zullen passen en (eventueel) voorstellen voor verbetering zullen formuleren..

Literatuur

John H.Falk & L.D. Dierking (2000). Learning from Museums. Visitor Experiences and the Making of Meaning. Walnut Creek: Altamira Press.

Aan het begin van het college zal een reader met artikelen worden verstrekt.

Inschrijving College
Via de Studenten Portal