Zoek
English
  Studiegidsen 2011-2012
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Managementwetenschappen > Bedrijfskunde

Kennismanagement 

Vakcode
MAN-BCU244A
Studiepunten
6
Periode
Blok 2
Niveau
BA 3
Cursuscoördinator
prof. dr. P.H.J. Hendriks
Tentaminering
Schriftelijk tentamen, werkstuk, computergame
Vereiste voorkennis
Organisatietheorie, Systeemtheorie
Keuzevak (Niet van toepassing als dit vak een verplicht onderdeel is van de opleiding)
Ja.
Leerdoelen
-         Op kennisniveau; na afloop van de cursus heeft de student:
o   Inzicht in centrale begrippen van kennismanagement
o   Inzicht in alternatieve specificaties van de centrale begrippen van kennismanagement
o   Inzicht in de relaties tussen de dragende begrippen van kennismanagement en hun specificaties
-         Op reflectieniveau; na afloop van de cursus is de student in staat:
o   op basis van het conceptuele raamwerk van kennismanagement vigerende discussies op kennismanagement-terrein op kritisch-constructieve analyse te analyseren en op hun merites te beoordelen
o   het aangereikte conceptuele basisschema van kennismanagement uit te werken en waar nodig aan te passen op basis van de kennismanagement literatuur
-         Op toepassingsniveau; na afloop van de cursus is de student in staat:
o   het conceptuele raamwerk van de cursus toe te passen bij het duiden van kennisgerelateerde vraagstukken van organisaties
o   op basis van inzicht kennisgerelateerde vraagstukken van organisaties gefundeerd functie-eisen te formuleren voor kennismanagement-interventies in het licht van de wenselijkheid en mogelijkheid van die interventies
o   gebaseerd op het in de cursus verworven inzicht, als kennismanager in een spelsituatie te functioneren.
Beschrijving
De betekenis van kennis voor organisaties is altijd groot geweest. Aan het eind van de negentiende eeuw merkte de econoom Marshall al op dat “Knowledge is our most powerful engine of production”. Zonder kennis geen productie, of dat nu productie van goederen of diensten is. In het post-industriële tijdperk waar we nu in leven, waarin meer dan 80% van het BNP van een land als Nederland afkomstig is uit de dienstensector, is die betekenis groter dan ooit tevoren. Wil je een goed begrip kunnen kweken van de organisatorische betekenis van kennis, dan heb je een kennisperspectief op organisaties nodig, ofwel een ‘knowledge-based view’ van organisaties. Het meest kenmerkende van alle kennis, en dus ook van organisatorische kennis, is dat kennis iets dynamisch is en in veel gevallen alleen als kennis gezien zal worden indien deze voortdurend vernieuwd wordt. Kennis en leren liggen daarom altijd dicht tegen elkaar aan. Het gaat bij organisatorische kennis niet alleen om wat een organisatie weet, maar ook om wat deze nog niet weet en dus kan of moet bijleren. Het begrip van management zal dienen aan te sluiten op de vraag wat een organisatie wel en niet moet doen om te bevorderen dat individuen en groepen hun eigen en elkaars bestaande kennis adequaat gebruiken en bovendien van elkaar leren. Daarbij staat in het kennismanagement-gedachtegoed centraal dat die individuen en groepen op een dusdanige manier leren dat het niet alleen in hun eigen belang is maar ook in dat van de organisatie in bredere zin.
De cursus kennismanagement (KM) bekijkt organisaties als ‘gedistribueerde kennissystemen’. Deze term is geïntroduceerd door Nobelprijswinnaar Friedrich von Hayek in zijn artikel ‘The Use of Knowledge in Society’ gepubliceerd door American Economic Review in 1945. In dit begrip zit een fundamentele uitdaging voor organisaties verborgen omdat er geen sprake kan zijn van een “supermind“ die alle mogelijke kennisbronnen binnen de organisatie verbindt. Als algemeen doel van KM kan gelden dat organisaties zo goed mogelijk de mogelijkheden benutten van hun gedistribueerde kennis. De cursus besteedt zowel aandacht aan de strategische als de infrastructurele kanten van KM. De strategische aspecten betreffen de vraag hoe individuele organisaties hun gedistribueerde (dus over individuen en groepen verspreide) kennis kunnen gebruiken om zich te (blijven) onderscheiden in de zogenaamde kenniseconomie. Onderscheidende kenmerken van zo’n economie zijn globale concurrentie, een geëmancipeerde klasse van kenniswerkers, verkorte levenscycli van producten, en verhoogde turbulentie in maatschappijen en economieën. De infrastructurele kant van KM verwijst naar de vraag hoe binnen de organisatie de kennisprocessen (kennisdeling, kennisbehoud, kennisproductie en kennistoepassing) kunnen worden gefaciliteerd of verbeterd. De cursus heeft als doel je aan te zetten tot kritisch nadenken over (1) de praktijk van KM, zowel inzake mogelijkheden als beperkingen daarvan en (2) de theorie van KM, en de wetenschappelijke statuur van bijdragen daaraan. Als belangrijk ‘instrument’ voor het bereiken van beide doelen wordt een conceptueel kader aangereikt en uitgewerkt waarin de kernbegrippen van het veld worden geïdentificeerd en aan elkaar gerelateerd. Met dat kader worden tijdens de cursus praktische initiatieven in organisaties om vraagstukken rondom kennis en leren aan te pakken ontworpen beoordeeld. Bovendien worden discussies in de wetenschappelijke literatuur over de centrale KM-thema’s in de recente literatuur aan de hand van het kader geanalyseerd.
Deelnemers aan de cursus worden bovendien zelf kennismanagers in een KM-game dat via Internet wordt gespeeld. In deze game moet je als kennismanager een bedrijf runnen door kennisgerelateerde indicatoren te controleren en door managementinterventies te selecteren en uit te voeren gericht op het versterken van de organisatorische waarde van kennis en de kwaliteit van de kennisprocessen.
Literatuur
  • boek Hislop, D. (2009). Knowledge management in organizations: a critical introduction (second edition; Oxford: Oxford University Press; ISBN 978-0-19-953497-3)
  • Reader kennismanagement