Zoek
English
  Studiegidsen 2011-2012
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica > Bachelor Biologie

Opbouw van de opleiding (inclusief minoren) 

Alle faculteiten van de RU Nijmegen hebben de bachelor-masterstructuur ingevoerd. Omdat in de meeste Europese landen dezelfde structuur wordt doorgevoerd, zijn de opleidingen in het hoger onderwijs beter vergelijkbaar. 
Een volledige academische master studie in de natuurwetenschappen duurt 5 jaar, waarvan 3 jaar bachelor en 2 jaar master.
Het eerste jaar van de bachelor omvat de propedeuse. De Radboud Universiteit kent één bachelor Biologie, die toegang geeft tot drie masteropleidingen, te weten in de Biologie, Medische Biologie en Milieu-Natuurwetenschappen.  Om toegelaten te worden tot de master Medische Biologie moet je in de bachelor de minor Medische Biologie hebben gevolgd, en om toegelaten te worden tot de master Milieu-Natuurwetenschappen moet je in de bachelor de minor Milieu-Natuurwetenschappen gevolgd hebben. Je hoeft echter niet per se een keuze te maken voor een minor. Ook mag je een breed pakket samenstellen. 
De bachelor sluit je af met het bachelordiploma en dan ben je 'Bachelor of Science' (BSc).
De master duurt twee jaar en wordt in het Engels verzorgd. Daarin ga je je specialiseren op een bepaald vakgebied binnen de door jou gekozen richting. Na het behalen van je masterdiploma mag je de titel 'Master of Science' (MSc) voeren.

Clustering
De opleidingen van de faculteit der NWI zijn geclusterd. De opleidingen binnen één cluster werken samen waardoor verbanden zichtbaar worden. Tevens wordt er met de clustering een snelle overstap naar een andere opleiding binnen het cluster beoogd. In het cluster Biowetenschappen zijn de opleidingen biologie, medische biologie en milieu-natuurwetenschappen samengebracht.

De bacheloropleiding biologie duurt 3 jaar en is opgebouwd uit 2 (sub)fasen:

Subfase 1: de algemene fase (duur 1,5 jaar)

De algemene fase dient als oriëntatiefase op de biologie in haar geheel. Daarom worden in deze fase alle biologische en relevante steunvakken onderwezen tot op het niveau dat essentieel geacht wordt voor alle studenten (medische) biologie en milieu-natuurwetenschappen, ongeacht hun latere specialisatie. Er wordt dus een brede basis gelegd waarop in de verdere studie voortgebouwd kan worden.

Deze periode, die vanaf het begin van de studie loopt tot en met januari van het tweede jaar, is opgebouwd uit een drietal (sub)subfasen:

  • In de thematische subfase (de drie eerste kwartalen) wordt de eenheid van biologische vakgebieden benadrukt door algemene biologische onderwerpen te behandelen in drie grote thema's: 'Evolutie en adaptatie', 'Cel en Energie' en 'Genetische structuur en overerving'. Het betreft onderwerpen waarmee je al op het vwo kennis hebt gemaakt, maar die verder worden uitgediept. Ieder thema omvat een aantal cursussen.
  • De oriënterende subfase (4e kwartaal) heeft tot doel je te orienteren op minoren en kennis te laten maken met de grote vakgebieden van de biologie, de medische biologie en de milieu-natuurwetenschappen die in de thematische subfase nog niet aan de orde zijn geweest. Gecombineerd met een aantal steunvakken krijg je tijdens dit laatste thema van het eerste jaar Organisme en milieu een goed beeld van de studies biologie, medische biologie en milieu-natuurwetenschappen en kun je vaststellen of het qua inhoud en niveau de juiste studie voor je is.
  • De aanvullende oriënterende subfase (5e en 6e kwartaal) is met name bedoeld om dwarsverbanden tussen de biologische vakgebieden te leggen. Ook word je getraind in het zelfstandig uitvoeren van natuurwetenschappelijke experimenten. Dit gebeurd wederom aan de hand van 2 thema's, t.w. 'Fysiologie' en 'Communicatie & Integratie'. Na afloop van deze subfase moet je weloverwogen je weg gaan vinden in de differentiatiefase (kwartalen 5 en 6) die weer voorbereidt op de daaropvolgende masterfase.

Na 1 jaar wordt het propedeutisch examen afgelegd. Dit examen is dus niet de afsluiting van de algemene fase!

Subfase 2: de differentiatiefase (deel van de bachelorfase, duur 1,5 jaar)

Deze fase heeft tot doel je op te leiden van het brede niveau van de algemene fase tot het niveau van algemene wetmatigheden en principes binnen een gericht aantal deelgebieden van de (medische) biologie of de milieu-natuurwetenschappen. Daarmee word je voorbereid op het uitvoeren van gespecialiseerde onderzoeksstages.

Deze periode, die loopt van februari van het tweede jaar tot en met het derde jaar, bestaat uit een tiental cursussen van 6 ec en een bachelorstage.  Een aantal cursussen worden in het Engels gegeven.
Als je de biologische richting volgt kun je zelf een pakket samenstellen uit het cursusaanbod, want je bent geheel vrij in het kiezen van de cursussen op basis van je eigen voorkeur. Het is echter zaak daarbij rekening te houden met de latere door jouw gewenste specialisatie(s). Als je de medisch biologische of de milieu-natuurwetenschappelijke minor volgt ligt het pakket voor een  gedeelte vast met vakken, waarvan de Examencommissie vindt dat die voldoen aan de eisen voor een medisch-biologische resp. milieu-natuurwetenschappelijke minor.
Daarnaast kun je ook nog andere minoren doen zoals bijvoorbeeld een minor Chemische biologie, Geneeskunde of Educatie van 30 ec. Met de minor Educatie kun je een 2e graads lesbevoegdheid Biologie krijgen nadat je je bachelor diploma behaald hebt. Als je je niet vast wil leggen met specifieke cursussen kies je voor de minor Algemene biologie. Je bent dan vrij in je keuze van differentiatie cursussen uit het biologie curriculum.

Het minor Medische biologie bestaat uit minimaal 5 cursussen (en 30EC) uit het aanbod:
Biochemie en Moleculaire Biologie II, Celbiologie der Dieren, Endocrinologie, Evolutiebiologie, Functionele genomics I, Hersenen en Gedrag: sensorimotoriek, Human Embryology & Developmental Biology, Immunologie, Medische Biotechnologie, Medische Pathologie, Neurobiologie, Neurodevelopment, Pathofysiologie van de nier, Toegepaste Bio-Informatica, Neurobiofysica.

Het minor Milieu-Natuurwetenschappen bestaat uit de cursussen Humane & Ecologische risicobeoordeling en Water- en Natuurbeheer en daarnaast 3 vakken uit het aanbod:
Dierecologie, Ecofysiologie, Ecologische Microbiologie, Evolutiebiologie, Geografische informatie systemen, Moleculaire Populatie Ecologie, Systeemecologie, Toegepaste Ecologie.

Het minor Geneeskunde.
Studenten kunnen alleen aan de minor Geneeskunde deelnemen indien zij daarvoor in het tweede studiejaar zijn geselecteerd en indien het propedeuse behaald is per 31-8; een jaar na aanvang van de studie. Studenten mogen geen vertraging hebben gedurende de hele bachelor opleiding. Indien men vertraging oploopt tijdens deze minor, moet men stoppen en kan men overstappen naar een van de andere minoren.
Aanbevolen wordt om in je eerste jaar de cursussen Humane biologie, Human functionele histologie en Pathobiologie te volgen en tijdens de differentiatiefase zes van de volgende biologische cursussen Endocrinologie; Adaptatiefysiologie; Neurobiologiy; Celbiologie-der-Dieren; Biochemie en Moleculaire Biologie II; Human Embryology & Developmental Biology en Neurodevelopment.
Je volgt aan het einde van het derdejaar het blok Introductie minor Geneeskunde van 30 ec. Dit vak bestaat uit 5 onderdelen van elk 6 ec, maar kan alleen in zijn geheel worden gevolgd. Alleen indien voor de minor geselecteerde studenten onverhoopt niet het gehele programma kunnen afronden, kunnen de diverse onderdelen apart worden afgetekend. De onderdelen zijn:

  • Methoden van geneeskunde
  • Inleiding in de oncologie, hematologie en infectieziekten
  • Inleiding in de aandoeningen van circulatie en respiratie
  • Inleiding in de nefrologie, urologie, diabetes mellitus en hyperlipidemie
  • Inleiding in de aandoeningen van de tractus digetivus.

Het minor Neurobiologie bestaat uit minimaal 5 cursussen en 30 ec uit het aanbod: Hersenen en Gedrag: sensorimotoriek, Brain Dynamics and Connectivity, Neurobiologie, Neuropsychologie, Neurodevelopment, Neurobiofysica, Neuroscience.
Deze minor kan gevolgd worden door, en als zodanig aangetekend worden bij, studenten die begonnen zijn met de studie in 2010-2011 (of later).

Het minor Chemische biologie bestaat uit de volgende cursussen van in totaal 30 ec:
Atoom- en molecuulbouw MOL079 (3EC), Moleculaire Structuur MOL080 (3EC), Reacties en Kinetiek MOL007 (3EC), Structuur Biomoleculen MOL067 (3EC), Nanobiotechnologie MOL078 (6 EC), Organische Chemie MOL060 (6EC), Structuur functies Bio-Informatica MOL066 (6EC), Toxicologie MOL054 (6EC) en Farmacochemie MOL053 (6EC). Inhoudelijke informatie over deze cursussen is te vinden in de bachelor studiegids van Scheikunde en Moleculaire Levenswetenschappen.  Deze minor is gericht op het verbreden van je chemische kennis en zo de basis te leggen die je in staat stelt om meer chemisch georiënteerde stages te lopen. Het volgen van deze minor betekent meestal dat er in bepaalde kwartalen extra inspanningen van je gevraagd worden. In een aantal gevallen is de roostering van deze vakken niet helemaal synchroon met het Biologie rooster. In zulke gevallen worden de vakken van de minor opgenomen en zijn de colleges digitaal terug te kijken op Blackboard. Het exacte pakket kan licht variëren en is mede afhankelijk van het aanbod en de inpasbaarheid.

Het minor Biofysica bestaat uit de volgende cursussen van 30 ec:
Mechanica 1A MOL003 (3EC), Wiskunde 2 MOL009 (3EC), Wiskunde 3 MOL015 (3EC), Mechanische golven NP021C (3EC), Thermodynamica NB005B (3EC) Dynamische Systemen WB053B (3EC), Moleculaire Biophysica NB055 (3EC), Programmeren in Matlab MOL067B (3EC) en Inleiding Biofysica NB027B (3EC) of Brain and Behavior NB036B (3EC).
Inhoudelijke informatie over deze cursussen is te vinden in de Bachelor studiegids van Moleculaire Levenswetenschappen en Natuurwetenschappen. Deze minor is gericht op het verbreden van je fysische kennis en zo de basis te leggen die je in staat stelt om meer biofysisch georiënteerde stages te lopen. Het volgen van deze minor betekent meestal dat er in bepaalde kwartalen extra inspanningen van je gevraagd worden. In een aantal gevallen is de roostering van deze vakken niet helemaal synchroon met het Biologie rooster. In zulke gevallen worden de vakken van de minor opgenomen en zijn de colleges digitaal terug te kijken op Blackboard. Het exacte pakket kan licht variëren en is mede afhankelijk van het aanbod en de inpasbaarheid.

De minor Educatie bestaat uit de volgende cursussen van 30 ec:
Instituutsondewijs ILS (15 ec) en stage op middelbare school (15 ec). Dit onderwijs wordt in het 3e jaar van de bachelor verzorgd gedurende kwartaal 1 t/m 3. Zie hiervoor ook de volgende website: www.ru.nl/ils onder het kopje Educatieve minoren. Daarnaast worden 3e jaars bachelor cursussen en de bachelor stage gevolgd met een totale minimale omvang van 30 ec. Hiervoor wordt in overleg met de examencommissie een pakket samengesteld.
Jaarlijks vindt in april een voorlichting plaats voor 2e jaars studenten over deze minor.
Aanmelding voor deze minor vindt plaats in mei, voorafgaande aan het 3e studiejaar.

Nadat alle onderdelen van de propedeuse en differentiatiefase afgerond zijn kun je je bachelordiploma aanvragen bij het Examenbureau. Dit bachelordiploma geeft toegang tot een aantal master opleidingen; dit is afhankelijk van de gekozen minor.
Ook kun je na je biologie bachelor doorstromen naar de RU masteropleidingen Cognitive Neuroscience en Molecular Mechanisms of Disease; voor deze masters geldt echter wel een selectiesysteem.

Opbouw bachelor Biologie

Jaar 1 (voor studenten die starten vanaf 2009-2010)
Thema 1:
Evolutie en adaptatie
Geomicrobiologie (3ec)
Evolutie en ontwikkelingsbiologie van de planten (6ec)
Ontwikkeling en evolutie in de bouwplannen van dieren (6ec)

Thema 2:
Cel en energie
Wiskunde (3ec)
Cytologie en histologie (3ec)
Celbiochemie (6ec)
Energieconversie in de cel (3ec)

Thema 3:
Genetische structuur en overerving.
Moleculaire Biologie en Recombinant DNA (6ec)
Statistiek (3ec)
Genetica en populatiegenetica (6ec)

Thema 4
:
Organisme en milieu
Organisme en milieu (3ec)
Vaardigheden en symposium (3ec)

Richtingen Biologie en Milieu-natuurwetenschappen:
Populatie- en evolutiebiologie (3ec)
Biodiversiteit (6ec)

Richting Medische biologie:
Humane biologie (3ec)
Humane functionele histologie (3ec)
Pathobiologie (3ec)

Jaar 2 (voor studenten gestart vanaf 2010-2011)
Thema 5; Fysiologie:
Plantenfysiologie (6ec)
Dierfysiologie (6ec)
Biofysica (3ec)

Thema 6; Communicatie en integratie:
Milieu en omgeving (3ec)
Biologie van micro-organismen (3ec)
Essay (6ec) 
Schrijfvaardigheden (3ec)

Differentiatiefase;

Differentiatiecursussen, elk 6ec:
Celbiologie der dieren
Endocrinologie
Ecofysiologie
Water- en natuurbeheer
Dierecologie
Neurobiologie (Engels)
Humane Embryologie & voortplanting (Engels)
Farmacochemie (Engels)
Evolutiebiologie
Adaptatiefysiologie
Neuropsychologie
Medische pathologie


Jaar 3 (kwartaal 9 t/m 12)

Systeemecologie
Biochemie en moleculaire biologie II (Engels)
Brain Dynamics and Connectivity (Engels) 
Neurodevelopment (Engels)
Humane en ecologische risicobeoordeling
Genoomanalyse van planten (Engels)
Nanobiotechnologie (Engels; MLW)
Moleculaire populatieecologie
Immunologie
Toegepaste Bioinformatica (Engels)
Organische Chemie (MLW)
GIS (Engels)
Neurobiofysica
Functional Genomics (Engels)
Biotechnologie van planten (Engels)
Toegepaste ecologie
Toxicologie (Engels)
Pathofysiologie van de nier
Mol. basis van Ziekten (MLW)
Ecologische microbiologie
Neuroscience 
Medische Biotechnologie
Structuurfuncties Bioinformatica (MLW)
Farmacochemie (Engels)

Verplichte onderdelen kwartaal 7-12:
Oriëntatiecursus Communicatie (3ec)
Biologie & Samenleving (3ec)
Inleiding in de Filosofie en Ethiek (3ec)
Geschiedenis van de Biologie (3ec)
Bachelorstage (Medische) Biologie en Milieu-Natuurwetenschappen (12ec)
Vrije ruimte (6ec) / differentiatiecursus (6ec)
Statistiek II (3ec)
Academische Vaardigheden (3ec)

Vrije ruimte
De bachelor heeft een vrije ruimte van 6 ec indien niet gekozen wordt voor een specifiek minor. Dat wil zeggen dat je voor een omvang van 6 ec vrij bent om een cursus te kiezen. Je kunt hiervoor bijvoorbeeld de Huygenscolleges volgen (zie bijlage) of de cursus Hersenen en gedrag: sensomotoriek (3ec). Wel dien je de examencommissie op de hoogte te brengen van je keuze en aan te geven wat het niveau en de exacte omvang (hoeveelheid ec's) van de cursus is. Hiervoor kun je het zogenaamde bachelor vakkenpakket invullen. Deze vrije ruimte moet altijd van universitair niveau zijn en toetsbaar.

De master (duur 2 jaar)

In deze opleiding ga je je specialiseren in een van de vier afstudeervarianten: de onderzoeksvariant, communicatieve variant, educatieve variant of de maatschappelijk toegepaste variant. Ook volg je in deze periode een aantal verplichte vakken en vrije ruimte vakken. In de differentiatiefase vindt al enige vooraftekening plaats van je toekomstige specialisatie, maar in de master kleur je deze verder in. Je bent dan binnen je specialisme(n) voorbereid op een maatschappelijke functie als eerstegraads leraar Biologie, adviseur, beleidsmedewerker, journalist of anderszins, of op een post-master vervolgopleiding, zoals bijvoorbeeld promotie-onderzoek.

Gedetailleerde informatie is beschikbaar in de Engelstalige studiegidsen voor de verschillende Masterprogramma's.