Zoek
English
  Studiegidsen 2011-2012
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica > Bachelor Scheikunde

Regels en richtlijnen van de examencommissie scheikunde 

artikel 1 - toepassingsgebied
Deze regels en richtlijnen zijn van toepassing op de tentamens en examens in de opleiding scheikunde van de Radboud Universiteit Nijmegen, hierna te noemen 'de opleiding'.

artikel 2 - begripsomschrijving
In deze regels en richtlijnen wordt verstaan onder:
- examenregeling: de onderwijs- en examenregeling voor de in artikel 1 genoemde opleidingvastgesteld door het faculteitsbestuur Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica;
- examinandus: degene die zich onderwerpt aan een tentamen of examen;
- tentamen: het onderzoek naar en de beoordeling van kennis, vaardigheden en inzicht, ongeacht de vorm waarin dit onderzoek plaatsvindt;
- student: degene die als zodanig is ingeschreven voor de opleiding;
- examinator: examinator als bedoeld in artikel 7.12 lid 3 WHW.

artikel 3 – samenstelling examencommissie
Leden van de examencommissie zijn de docenten betrokken bij het onderwijs van de opleiding scheikunde. Zij worden benoemd door het faculteitsbestuur NWI.

artikel 4 - dagelijkse gang van zaken examencommissie scheikunde
De examencommissie wijst uit haar midden een lid aan dat belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie.

artikel 5 - cijfers
De cijfers die voor de beoordeling van de tentamens uitsluitend gebruikt mogen worden zijn: 10,0; 9,5; 9,0; 8,5; 8,0; 7,5; 7,0; 6,5; 6,0; 5,0; 4,0; 3,0; 2,0; 1,0; voldaan.

artikel 6 - vaststelling uitslag examen
1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast bij gewone meerderheid van stemmen.
2. Staken de stemmen, dan is de examinandus afgewezen.
3. Indien een tentamen meer dan eenmaal is afgelegd, neemt de examencommissie bij de vaststelling van de uitslag van het examen alleen de bij de laatste gelegenheid voor dat tentamen afgegeven uitslagverklaring in beschouwing.
4. Men is geslaagd voor het propedeutisch examen scheikunde:
a. indien de uitslagverklaringen van alle tentamens behorende bij het examen tenminste '6,0' of 'voldaan' luiden;
b. danwel indien de uitslagverklaring van één van de tentamens behorende bij het examen '5,0' luidt en compensatie plaatsvindt doordat tenminste eenmaal de uitslagverklaring '7,0' of hoger luidt, en de uitslagverklaringen van de overige tentamens behorende bij het examen tenminste '6,0' luiden.
c. In alle overige gevallen is de geëxamineerde afgewezen voor het propedeutisch examen scheikunde.
d. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in het voorgaande lid.
5. Men is geslaagd voor het bachelor examen scheikunde:
a. indien de uitslagverklaringen van alle tentamens behorende bij het examen tenminste '6,0' of 'voldaan' luiden;
b. In alle overige gevallen is de geëxamineerde afgewezen voor het bachelor examen scheikunde.
c. In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in het voorgaande lid.
6. Men is geslaagd voor het master examen indien de uitslagverklaringen van alle tentamens tenminste '6,0' of 'voldaan' luiden.
7. Vrijstellingsprogramma: men is geslaagd voor het masterexamen scheikunde indien de uitslagverklaringen voor alle tot het vrijstellingsprogramma behorende tentamens tenminste '6,0' of 'voldaan' luiden.

artikel 7 - toelating tot afleggen van tentamens van het bachelor examen scheikunde
1. Een student die minder dan 45 ec heeft behaald van het propedeutisch examen kan toestemming vragen aan de examencommissie om toch tot practica en tentamens van het tweede jaar van de bachelor te worden toegelaten: deze toestemming wordt verleend wanneer tenminste 30 ec van het propedeutisch examen zijn behaald en nadat de student in overleg met de studieadviseur een studieplanning heeft gemaakt om binnen 2 jaar gerekend vanaf het eerste moment van inschrijving voor de scheikundestudie zijn propedeutisch examen te behalen.  
2.  In bijzondere gevallen kan de examencommissie afwijken van het bepaalde in het voorgaande lid.

artikel 8 - judicium
Aan de uitslag van een examen kan door de examencommissie een judicium worden toegevoegd. De toe te kennen judicia luiden: "bene meritum" bij een gemiddelde van alle onderdelen van 7,5 tot 8,0; "cum laude" bij een gemiddelde van alle onderdelen van 8,0 tot 9,0; "summa cum laude" bij een gemiddelde van alle onderdelen van tenminste 9,0. Bij de judicia "cum laude" en "summa cum laude" mag geen cijfer lager dan 6,0 op de cijferlijst voorkomen. Bij de judicia "cum laude" en "summa cum laude" bij de master dient het cijfer van de majorstage tenminste 8,5 te bedragen. Over toekenning van een judicium besluit de examencommissie bij gewone meerderheid van stemmen.

artikel 9 - aanmelding tentamen
1. Deelneming aan een schriftelijk tentamen kan pas plaatsvinden na deugdelijke en tijdige aanmelding bij de facultaire studentenadministratie.
2. Als tijdige aanmelding geldt een elektronische opgave tenminste 7 dagen voor het tijdstip waarop het desbetreffende tentamen zal worden afgenomen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat een latere aanmelding niettemin als tijdig wordt aangemerkt.

artikel 10 - vrijstellingsverzoek
1. Een verzoek om vrijstelling van een tentamen of examen wordt schriftelijk met redenen omkleed ingediend bij de examencommissie.
2. De examencommissie beslist binnen 3 maanden na ontvangst van het verzoek. De verzoeker wordt onverwijld in kennis gesteld van de beslissing.

artikel 11 - orde tijdens een tentamen
1. De examencommissie zorgt, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen in goede orde verloopt. De examencommissie kan deze zorg opdragen aan de desbetreffende examinator.
2. De examinandus is verplicht zich op verzoek van de surveillant te legitimeren door middel van zijn collegekaart.
3. De examinandus is verplicht de aanwijzingen van de examencommissie c.q. de examinator, die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, op te volgen.
4. Volgt de examinandus een of meer aanwijzingen als bedoeld in het voorgaande lid niet op, dan kan hij door de examencommissie c.q. de examinator worden uitgesloten van de verdere deelname aan het desbetreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat er geen uitslag wordt vastgesteld van dat tentamen en dat de examinandus wordt uitgesloten van deelneming aan dat tentamen. Voordat de examencommissie c.q. de examinator een besluit tot uitsluiting neemt, stelt zij de examinandus in de gelegenheid te worden gehoord.
5. De tentamenopgaven mogen door de examinandus na afloop van het tentamen worden meegenomen indien de aard van de opgaven dit toelaat.

artikel 12 - fraude
1. Er is sprake van fraude wanneer als gevolg van handelen of verzuim van handelen van een examinandus het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.
2. In geval van fraude tijdens het afleggen van een tentamen kan de examencommissie de examinandus uitsluiten van verdere deelname aan het tentamen.
3. De beslissing inzake uitsluiting wordt genomen naar aanleiding van door de examinator of surveillant geconstateerde of vermoede fraude.
4. In spoedeisende gevallen kan de examinator een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van zijn constatering of, indien van toepassing, een mondeling verslag van de surveillant. Desgevraagd draagt de examinator er zorg voor dat, binnen een redelijke termijn, het verslag van de geconstateerde fraude op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de examinandus wordt verstrekt.
5. De examinandus kan aan de examencommissie verzoeken de uitsluiting ongedaan te maken.
6. Voordat de examencommissie een beslissing neemt op een verzoek, als bedoeld in het vijfde lid, stelt zij de examinandus en de examinator in de gelegenheid te worden gehoord.
7. Een uitsluiting heeft tot gevolg, dat geen uitslag wordt vastgesteld voor het in het tweede lid bedoelde tentamen.

artikel 13 - wijziging regels en richtlijnen
Geen wijzigingen in deze regeling vinden plaats, die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad.

artikel 14 - onvoorzien
In gevallen waarin deze 'regels en richtlijnen van de examencommissie scheikunde' niet voorzien danwel twijfel bestaat over de interpretatie ervan, beslist de examencommissie scheikunde.

artikel 15 - inwerkingtreding
Deze regels en richtlijnen treden in werking op 30 augustus 2010 voor studenten die beginnen met de studie op 30 augustus 2010. Studenten begonnen voor het studiejaar 2010/2011 worden verwezen naar de 'Regels en richtlijnen' zoals die zijn opgenomen in de studiegids van eerdere studiejaren.