Religiegeschiedenis 

• Geschiedenisstudenten: Je wordt toegelaten indien je 40 studiepunten van de propedeuse, waaronder die van drie van de vier cursussen Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe en Nieuwste Tijd, met voldoende resultaat hebt afgesloten.
• Minorstudenten: B1

De Nederlandse geschiedenis is niet te begrijpen zonder kennis van religieuze verhoudingen in verleden en heden. Religiegeschiedenis behoort daarom tot de bagage van iedere historicus. De hoorcolleges richten het zoeklicht op processen van confessionalisering, (collectieve) identiteitsvorming, modernisering en secularisering sinds de reformatie.
De werkcolleges zijn gewijd aan de historiografie en het bronnenonderzoek betreffende drie thema's in de geschiedenis van het Nederlands katholicisme, die de samenhang tussen geschiedschrijving en (confessionele) identiteit centraal belichten.

Na afloop van de cursus

• Kun je de sociaal-culturele geschiedenis van katholieken in Nederland beschrijven in de context van maatschappelijke en religieuze veranderingsprocessen;
• Ben je in staat om samenhangen te onderkennen tussen religie en identiteit en kun je beschrijven hoe geschiedschrijving en identiteitsvorming met elkaar samenhangen langs lijnen van het collectieve geheugen;
• Ben je in staat om bronnen en hun auteurs te plaatsen in de religiegeschiedenis en kun je vaststellen welke rol religie heeft (gehad) in de nationale geheugenpolitiek;
• Kun je het maken van leeropdrachten organiseren en uitvoeren, zowel individueel als in teamverband;
• Ben je in staat in je werkgroep mede vorm te geven aan de discussie over specifieke vraagstukken.

5

opdrachten en schriftelijk tentamen

J. van Eijnatten en F. van Lieburg, Nederlandse religiegeschiedenis, (Hilversum 2005); reader met teksten voor de werkcolleges.