Zoek
English
  Studiegidsen 2012-2013
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Letteren > Bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur

Core curriculum Geesteswetenschappen in de BA-opleiding 


 

Voor alle studenten die per september 2011 zijn begonnen aan een bacheloropleiding binnen de Faculteit der Letteren of de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen is de bacheloropleiding als volgt ingericht:

Iedere bacheloropleiding omvat 180 studiepunten [1] (stp), waarvan er 120  worden besteed aan de major (het ‘hoofdvak'), 45 aan minoren (zijnde drie minoren van elk 15 stp) en 15 aan een core curriculum Geesteswetenschappen (GW).

Minoren:

Alle minoren staan beschreven in de minorgids (zie http://www.studiegids.science.ru.nl/2012/arts/).

Studenten die per september 2011 aan de studie zijn begonnen, volgen minoren van 15 stp. In het jaar 2012-2013 volgen de studenten die in dat jaar in hun derde bachelorjaar zijn beland minoren van 20 stp. M.a.w. in 2012-2013 zijn er twee generaties studenten actief met minoren bezig. Een groep (B3) volgt minoren van 20 stp en een andere groep (B2) volgt minoren van 15 stp.

In de minorgids 2012-2013 is per minor aangegeven welke cursussen gevolgd kunnen worden om de betreffende minor voor 20 stp te doen en welke cursussen voor een omvang van 15 stp. Vanaf het jaar 2013-2014 zal iedere minor een omvang hebben van 15 stp.

Core curriculum Geesteswetenschappen:

 

Het core curriculum Geesteswetenschappen heeft een tweeledig doel. Enerzijds ontwikkelen studenten zicht op de geesteswetenschappelijke aard en oorsprong van de opleiding die ze volgen en worden ze zich bewust van hetgeen bindend is binnen dit domein, wat de benadering, methoden en werkwijzen betreft. Anderzijds vergroten ze hun inzicht in de waarde van de geesteswetenschappen in de huidige samenleving in het algemeen en van de praktische aanwending van de (methodologische) kennis vanuit hun major-opleiding in het bijzonder. Geesteswetenschappers hebben een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen als cultuurdragers en cultuuroverdragers. Het core curriculum draagt bij tot de kennis, vaardigheden, inzichten en attitudes die in dat kader worden gevormd en die uiteraard ook over de grenzen van het eigen (major-) vakgebied heen gaan. Met andere woorden: het core curriculum besteedt expliciet aandacht aan de vorming tot multidisciplinair georiënteerde geesteswetenschappers,   met zicht op de betekenis van de eigen discipline voor de samenleving. 

Het core curriculum bestaat uit drie vakken van elk 5 stp:

Vak 1: wijsgerige reflectie:

In het kader van dit vak worden via wijsgerige reflectie de basis en de grenzen van de eigen discipline verkend. Doel is een principieel kritische, d.w.z. academische, vragende houding te bevorderen, zowel ten aanzien van kennis als ook ten aanzien van het eigen  leerproces. De colleges worden afgestemd op het vakgebied dat centraal staat in de major van de student.

Vak 2: kennis en inzichten in de humaniora:

Ter invulling van deze 5 stp zijn zeven cursussen ontworpen, waaruit studenten een keuze kunnen maken. Deze cursussen worden per september 2012 voor de eerste keer als zodanig verzorgd in het eerste semester. Bij sommige opleidingen is dit vak in B2 geplaatst, bij andere in B3. Dit betekent dat op den duur zowel 2e als 3e jaarsstudenten eraan zullen deelnemen.

 

In 2012-2013 volgen alleen de studenten Duits, Kunstgeschiedenis, Nederlands, Romaans/Spaans, Taalwetenschap, Islam en Arabisch, Religiestudies en Theologie vak 2, aangezien die opleidingen dit vak in het B2-jaar hebben geprogrammeerd.

Alle vakken worden verzorgd in de vorm van hoorcolleges op de dinsdag van 15.45 tot 18.30 uur en de toetsvorm is een schriftelijk tentamen.

Tentamen: dinsdagmiddag 8 januari 2013 van 15.45 tot 18.30 uur

Herkansing: dinsdagmiddag 2 april 2013 van 15.45 tot 18.30 uur.

 

Er kan een keuze worden gemaakt uit de volgende vakken:

-           Oorsprong en theorie van de interpretatie: kennen en begrijpen in de geesteswetenschappen (FTR-FICC200)

-           Intellectuele geschiedenis van het Christendom (FTR-THCC200)

-           De oudheid en haar voortleven in de Europese cultuur (LET-GLTCCC200)

-           Anders zien. Beeldconventies in transformatie (LET-KGCC200)

-           Van Homerus tot Heaney: meesterwerken uit de Europese letterkunde (LET-ACWCC200)

-           Jodendom, christendom, islam: Oorsprong, conflict, en dialoog (FTR-RSCC200)

-           Woorden: vorm en betekenis in context (LET-TWCC200)

Verderop volgt een beknopte beschrijving per vak.

 

 

 

Vak 3: Geesteswetenschappen en samenleving:

Dit vak bestaat uit twee delen:

Eerste deel - ‘de kritische academicus': studenten vanuit alle GW-opleidingen komen samen in werkgroepen en maken aan de hand van thema's uit het eigen vakgebied aan elkaar duidelijk wat academisch denken is. 

Tweede deel - ‘de academicus aan het werk': studenten vanuit alle GW-opleidingen komen samen in werkgroepen en verwerven competenties om zich overtuigend te presenteren op de arbeidsmarkt. Dit onderdeel is expliciet bedoeld als ‘oriëntatie op de arbeidsmarkt'.

Dit vak  wordt verzorgd in het tweede semester, periode 3 en 4, voor de eerste keer in februari 2013. Bij sommige opleidingen is dit vak in B2 geplaatst, bij andere in B3. Dit betekent dat op den duur zowel 2e als 3e jaarsstudenten eraan zullen deelnemen. Een uitgebreidere beschrijving van dit vak zal aan het eind van het eerste semester beschikbaar zijn.

 

In 2012-2013 volgen alleen de studenten Romaans/Frans, Taalwetenschap en Islam en Arabisch vak 3, aangezien die opleidingen dit vak in het B2-jaar hebben geprogrammeerd.

 

 

Beknopte beschrijving van de de verschillende invullingen van vak 2,  kennis en inzichten in de humaniora (zie voor meer informatie de uitgebreidere beschrijving, te vinden via de vakkenlijst):

 

Titel:                Oorsprong en theorie van de interpretatie: kennen en begrijpen in de geesteswetenschappen

Korte inhoud:   Wanneer iemand zich afvraagt op welke wijze de verschillende geesteswetenschappen hun object benaderen en trachten te kennen, dan zal in het antwoord op die vraag ongetwijfeld de term ‘interpretatie' vallen. Of we nu teksten, kunstwerken, of historische handelingen bestuderen, om tot begrip te komen van deze objecten speelt interpretatie een cruciale rol.

In dit college willen we een aantal van die theorieën en praktijken bestuderen uit zowel de continentale als de analytische traditie. In het bijzonder willen we aandacht besteden aan de hermeneutiek, het structuralisme, de deconstructie en de theorie van radical interpretation à la Quine en Davidson. We zullen dit doen door primaire teksten te bestuderen van denkers die aan de bakermat van deze theorieën en strategieën hebben gestaan, zoals Schleiermacher, Dilthey, Heidegger, Gadamer, Ricoeur, De Saussure, Jakobson, Barthes, Derrida, De Man, Quine, Davidson en Rorty.

 

Titel:                Intellectuele geschiedenis van het Christendom                    

Korte inhoud:   Thema van de cursus is de intense wisselwerking tussen het christendom en de Europese cultuur. Christelijke motieven werken door in het denken en het handelen van de Europese samenleving, maar omgekeerd hebben ook culturele en maatschappelijke ontwikkelingen het christelijke denken en zijn voorstellingswereld ingrijpend bepaald. In deze cursus zullen een aantal cruciale hoofdstukken uit deze geschiedenis gepresenteerd worden. Aan de hand van een aantal voorbeeld paradigmatische culturele manifestaties wordt de interactie duidelijk gemaakt tussen de christelijke godsdienst en de wereld waarin zij functioneert. Daarbij zal de aandacht gaan naar voor het christendom kenmerkende productieve conflictvelden (zoals bijvoorbeeld de beeldenstrijd of de spanning tussen de Stad Gods en de aardse gemeenschap).

 

Titel:                De oudheid en haar voortleven in de Europese Cultuur                    

Korte inhoud:   Sinds de val van het Romeinse rijk is de receptie van de klassieke Grieks-Romeinse beschaving een constante factor geweest in de Europese beschavingsgeschiedenis, vanaf de vroegste middeleeuwen tot op de dag van vandaag. Onze moderne cultuur is geheel doortrokken van beschavingsinvloeden uit de klassieke oudheid op allerlei gebieden en ontleent daaraan steeds nieuwe impulsen. In deze cursus krijgt de student inzicht in diverse aspecten van de klassieke oudheid en het voortleven en de receptie daarvan in de Europese cultuur van de middeleeuwen tot in onze eigen tijd. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de mechanismen die werkzaam zijn bij de interactie tussen klassieke voorbeelden en de eigen tijd, zodat duidelijk wordt dat de klassieke beschaving door de eeuwen heen steeds opniew de actualiteit heeft helpen vormgeven.

 

Titel:                Anders zien. Beeldconventies in verandering

Korte inhoud:   In de letterenfaculteit bestuderen we woorden en beelden. Lezen en schrijven hebben we ooit moeten leren, maar beelden (in de zin van visuele voorstellingen) lijken als vanzelf tot ons te komen en moeiteloos te kunnen worden bekeken en ‘gelezen'. Toch is de wijze waarop wij beelden zien allesbehalve natuurlijk en is ook de manier waarop de wereld in beeld is gebracht door de tijd heen aan grote veranderingen onderhevig geweest. Nieuwe vormen van zien en weergeven - vaak betrekkelijk kleine transformaties van conventies met grote gevolgen - veranderen onze relatie tot de wereld en spelen een belangrijke rol in de constructie van onze historische en sociale realiteit. De collegeserie Anders zien heeft deze transformaties tot onderwerp. We gaan in op vragen als hoe we beelden zien en interpreteren, en wat hun impact op ons en onze wereld is. Uitgangspunt vormen daarbij de studies die de kunsthistoricus Ernst Gombrich sinds het midden van de twintigste eeuw op dit gebied publiceerde, in het bijzonder zijn boek Art and Illusion. A Study in the Psychology of Pictorial Representation.

 

Titel:                Van Homerus tot Heaney: meesterwerken uit de Europese letterkunde

Korte inhoud:   Grote werken uit de Europese traditie, de Ilias en de Odyssee, de Metamorfosen van Ovidius, Dantes Goddelijke Komedie, de toneelstukken van Shakespeare, Molière en Brecht, Baudelaires Fleurs du mal en Flauberts Madame Bovary , de romans uit de negentiende en de twintigste eeuw van Jane Austen tot Thomas Mann, van Goethe tot Virginia Woolf - het zijn voorbeelden van literaire teksten die altijd weer worden uitgegeven en vertaald. Zij worden ook bewerkt voor een ander medium: op een andere plaats en in een andere tijd dan waar het werk ontstond, wordt een novelle een toneelstuk, wordt een epos verfilmd, wordt een roman een televisieserie, of een strip (graphic novel) of een luisterboek. Wat maakt deze werken  tot meesterwerken? Waarin schuilt hun aantrekkingskracht? Als lezer verbaas je je over de fictieve personages die je ontmoet: over hun slechtheid of hun tragische lot, over de reizen die zij ondernemen en de ontberingen die zij lijden; soms word je geconfronteerd met raadselachtige taal, soms met uitdagende vormen en een complexe structuur. De vragen die deze werken opwerpen zijn voor iedere generatie lezers verschillend, maar de kracht van de canon is gegarandeerd. In deze cursus lezen wij een aantal klassiekers en plaatsen we de werken in hun historische context. De receptiegeschiedenis en de adaptaties, het zogenaamde ‘Nachleben', krijgen speciale aandacht en zo zoeken wij antwoorden op de vragen die de Europese meesterwerken ons (laten) stellen.

 

Titel:                Jodendom, christendom, islam: Oorsprong, conflict, en dialoog

Korte inhoud:   De cursus behandelt de nauwe verbinding tussen de drie monotheïstische religies. Na de behandeling van het ontstaan van jodendom, christendom en islam wordt ingegaan op de ontmoeting tussen moslims, joden en christenen, zowel in het islamitische rijk als in Europa, en de discussies over elkaars theologische standpunten. In dat verband komen bijvoorbeeld aan de orde de Byzantijnse polemieken tegen de islam, de talmoedische reacties op het christendom, en de missie initiatieven van Franciscanen en Dominicanen. De relaties tussen Europa en de islamitische wereld worden besproken aan de hand van de situatie in islamitisch Spanje, de kruistochten, en de transmissie van de antieke wetenschap via de vertalingen uit het Arabisch. De verovering van Constantinopel door de Osmanen (1453) en de herovering van Spanje door de Christenen (1492) zorgden voor een radicale heroriëntatie in West-Europa, die de relaties tussen de drie godsdiensten voor eeuwen vastlegde. In de laatste vier colleges wordt aandacht besteed aan de relaties tussen moslims, joden en christenen in de moderne wereld: de oosterse christenheid, de positie van moslims in het westen, en de relaties tussen moslims en joden in de staat Israël.

Titel:                Woorden: vorm en betekenis in context

Korte inhoud:   Woorden zijn overal. Ze stellen ons in staat om dingen te beschrijven, onze standpunten te verdedigen en onze gevoelens te uiten. De vanzelfsprekendheid waarmee dit gebeurt, wordt vaak pas duidelijk wanneer woorden niet automatisch komen, bijvoorbeeld omdat we in een vreemde taal spreken of schrijven of als gevolg van een taalstoornis, zoals afasie. Deze vanzelfsprekendheid is nog verbazingwekkender wanneer we ons realiseren wat een complexe entiteiten woorden zijn. Om tot de interpretatie van een woord te komen hebben we bijvoorbeeld te maken met een interactie tussen de letterlijke betekenis en verschillende factoren in de context, denk hierbij aan figuurlijk taalgebruik, mogelijke bijbetekenissen (connotaties) en de achtergrond van de spreker en hoorder.

Als een essentieel onderdeel van taal zijn woorden al eeuwenlang het object van wetenschappelijke studie. In deze cursus belichten we het woord vanuit verschillende perspectieven waarbij we ons met name concentreren op inzichten uit de taalwetenschap, filosofie en cognitieve psychologie.



[1]Studiepunten =  ec: European credits, waarbij 1 ec staat voor 28 uur studie. Komt van ECTS European Credit Transfer System.