Ingangsvoorwaarden
geen
|
Inhoud van de cursus
De cursus behandelt de oudere Nederlandse literatuur van de middeleeuwen tot de Gouden Eeuw (ca. 1170 - ca. 1650). In de hoorcolleges komen thema's, stromingen, auteurs en werken aan de orde. Zij worden belicht vanuit de opvattingen over wereld en literatuur die specifiek zijn voor de verschillende perioden. Tijdens de werkcolleges ligt de nadruk op heuristiek en op het lezen van primaire teksten.
|
Leerdoelen
De studenten hebben kennis gemaakt met de literatuur van de genoemde perioden.
Ze hebben kennis gemaakt met de omstandigheden waaronder en de wijze waarop oudere literatuur is ontstaan en hebben inzicht gekregen in de genres die specifiek zijn voor de verschillende perioden en de toen heersende opvattingen over literatuur.
Ze zijn in staat oudere teksten te lezen en te interpreteren en beschikken over elementaire heuristische vaardigheden.
Ze zijn in staat wetenschappelijke publicaties kritisch te beoordelen.
|
Onderwijsvorm
hoor- en werkcollege
|
Contacturen per week
4 (2 uur hc, 2 uur wc)
|
Toetsvorm
tentamen, opdrachten, essays.
|
Literatuur
Literatuur wordt later bekendgemaakt.
|
Inlichtingen
prof. dr. J.B. Oosterman, ; dr. N. Geerdink,
|
