Zoek
English
  Studiegidsen 2012-2013
Radboud UniversiteitStudiegidsenFaculteit der Letteren > Bachelor Taalwetenschap

Stage/werkstuk 

Stage 
In periode 2 van B3 doe je een stage van 5 studiepunten. Deze stage kan intern worden uitgevoerd bij een van de docenten of onderzoekers van de afdeling Taalwetenschap of extern bij een bedrijf, school of andere instelling. Veel studenten combineren de stage met hun bachelorwerkstuk. Voor de stage verzamelen ze dan bijvoorbeeld het materiaal dat ze voor hun bachelorwerkstuk gaan onderzoeken.
Je wordt intern of extern begeleid door je stagebegeleider. Er wordt van tevoren een stageopdracht geformuleerd en na afloop maak je een stageverslag. Het cijfer voor je stage wordt bepaald door je begeleider, maar in het geval van een externe begeleider gebeurt dat in overleg met en onder de verantwoordelijkheid van een docent van de afdeling Taalwetenschap.

Bachelorwerkstuk
In periode 3 en 4 van B3 schrijf je je bachelorwerkstuk. Allereerst zoek je een begeleider. Als je al weet in welke richting je onderzoek wilt doen, ligt een bepaalde docent als begeleider misschien voor de hand. Je kunt ook met meer docenten gaan praten om ideeën op te doen. Ook kunnen docenten je op basis van je interesses doorverwijzen naar andere mogelijke begeleiders van je werkstuk. Als je -vaak vanwege een stage die goed bevallen is, of in het kader van een vak dat je elders gevolgd hebt- een externe begeleider zou willen hebben, dan kan dat. Maar er moet dan altijd een docent van de afdeling Taalwetenschap als tweede begeleider ingeschakeld worden. 
Samen met je begeleider(s) bepaal je vervolgens het onderwerp van je werkstuk. Wellicht heb je zelf al een goed idee voor een onderzoek, maar het kan ook zijn dat je pas in overleg met je begeleider(s) tot een afgebakend onderwerp komt. Je formuleert een onderzoeksvraag en een eerste onderzoeksopzet. Na de definitieve keuze van het onderwerp en na goedkeuring van het onderzoeksplan door je begeleider(s) begint het echte werk.
Tijdens de uitvoering van het onderzoek bespreek je regelmatig met je begeleider(s) de voortgang. Als het onderzoek is afgerond, doe je verslag van je bevindingen in het uiteindelijke bachelorwerkstuk (20 à 25 pagina's).