Search
Nederlands
  Prospectuses 2012-2013
Radboud universityProspectusesFaculty of Science > Bachelor Biologie

Bachelorstage  

(Course ID)
Vakcode
NWI-BB038B
(Credits)
Studiepunten
12
(Scheduled)
Periode
fourth quarter
Vereiste voorkennis (Pre-requisites)
Om aan de bachelorstage te mogen beginnen moet je in het bezit zijn van je propedeutisch getuigschrift en daarnaast minimaal 60 ec van postpropedeustische vakken gehaald hebben.
Leerdoelen (Objectives)
    • De stage biedt je een eerste uitgebreide kennismaking met het doen van wetenschappelijk onderzoek.
    • Je voert het onderzoek uit onder de (dagelijkse) begeleiding van een onderzoeker.
    • Je maakt een eindverslag en geeft hierover een mondelinge presentatie. De stagebegeleider geeft, in samenspraak met een tweede beoordelaar, een eindoordeel over de stage (voorbespreking, uitvoering onderzoek, eindverslag en nabespreking) en stelt een eindcijfer vast.
    • Als je twijfelt tussen verschillende afdelingen voor wat betreft het lopen van een masterstage, dan kan de bachelorstage je helpen bij de oriëntatie op en keuze van stages.

       

      Beschrijving (Contents)

      De bachelorstage voer je uit aan het einde van je bachelor studie. Tijdens deze stage maak je kennis met het onderzoek op een afdeling van een van de onderzoeksinstituten die nauw verbonden zijn met het Onderwijsinstituut Biowetenschappen of daartoe door de examencommissie goedgekeurde andere afdelingen van de RU of UMCN. Je meldt je tijdig aan bij een afdeling naar keuze en wordt dan door de coördinator van die afdeling ingedeeld bij een onderzoek. Zie bijlage 4 voor een overzicht van alle afdelingen waar een stage gevolgd kan worden.
      De Bachelor stage moet individueel worden uitgevoerd.

      Tijdens deze stage wordt een onderzoeksexperiment uitgevoerd, dat bestaat uit de hierna genoemde onderdelen:

      • Experimentele beschrijving

      De probleemstelling van het onderzoek is uitvoerig beschreven en ook enkele belangrijke referenties zijn geciteerd. Met behulp van deze gegevens, de bibliotheek, etc. zorg je ervoor, dat je de achtergrond, opzet en praktische uitvoerbaarheid van het onderzoek begrijpt. Het gaat er vooral om dat je bij het praktisch werk niet alleen een voorschrift volgt, maar ook duidelijk beseft wat er op elk moment gaande is.

      • Voorbespreking

      Voorafgaand aan je stage maak je samen met je begeleider een stageplanning. Hierin spreek je samen duidelijk af er van elkaar verwacht wordt en tot wanneer de stage duurt. Zo voorkom je dat je stage uitloopt. Wanneer je denkt een probleemstelling goed te begrijpen, bespreek je deze ook met je begeleider. De begeleider gaat na in hoeverre je de probleemstelling (en de verschillende handelingen die er in voorkomen) inderdaad begrijpt.

      • Praktisch werk

      Dit is het belangrijkste gedeelte van het onderzoeksexperiment. Hier kom je in aanraking met biologisch materiaal, veel gebruikte technieken en apparatuur. Wat voor een gegeven experiment moet worden gedaan staat beschreven (eventueel met literatuurverwijzing). Hoe elke stap moet worden uitgewerkt is vaak niet tot in de details beschreven; dit leer je al doende. Je wordt hierbij geholpen door je begeleider. Je wordt geacht tijdens al het praktisch werk een labjournaal bij te houden. De richtlijnen voor het bijhouden van een labjournaal vind je op de website van het instituut biowetenschappen.

      • Verslag

      De resultaten van het onderzoek worden weergegeven in een verslag. In het verslag geef je een inleiding (achtergrond en theorie), beschrijf je de gebruikte methodes en resultaten, en vergelijk je (waar mogelijk) de resultaten met die welke door anderen gevonden zijn (gebruik voor het verslag de richtlijnen die te vinden zijn op de website van het instituut biowetenschappen). Iedere student doet minstens één maal mondeling verslag over zijn/haar onderzoek tijdens een wekelijkse bijeenkomst van studenten en begeleiders. Als het naar de mening van de begeleiders niet goed ging, kan ook een tweede mondelinge presentatie verplicht worden gesteld.

      • Nabespreking

      De begeleider bespreekt de componenten van de stage met je. Ten aanzien van het verslag worden zowel vorm als inhoud met je besproken. Op basis van deze bespreking wordt er van je verwacht dat je je verslag nog aanpast.

      • Beoordeling

       

      De beoordeling van de Bachelor stage omvat drie componenten: praktisch werk, verslag en presentatie. Deze worden door de begeleider elk met een cijfer beoordeeld. Een tweede, onafhankelijke beoordelaar zal het verslag beoordelen. Als onderdelen van een onderzoek ontbreken (het verslag is bijvoorbeeld niet of te laat ingeleverd) is het cijfer van deze onderdelen: nul. De tweede beoordelaar zal in principe de portfoliobegeleider van B2 en B3 zijn (tevens de begeleider van het Bachelor Essay; NWI-BB072C). Een uitzondering hierop is als de Bachelor stage wordt doorlopen op de afdeling van de tweede beoordelaar; in dat geval neemt de student zelf contact op met de portfoliocoödinator Jeroen Kassenberg en wordt een tweede beoordelaar aangewezen.

      Voor de beoordeling zijn gestandaardiseerde beoordelingsformulieren beschikbaar op de website van het instituut Biowetenschappen. Tezamen met een exemplaar van het verslag dienen deze formulieren, volledig ingevuld en ondertekend door student, begeleider én tweede beoordelaar, te worden bewaard op het secretariaat van de afdeling waar de Bachelorstage is doorlopen. De student kan desgewenst een kopie van de formulieren krijgen.

       

       

      Tentaminering (Examination)
      Bij de Facultaire Studentenadministratie/Examenbureau kan een testimonium opgehaald worden ter afhandeling van het cijfer. De begeleider van de bachelorstage of het betreffende afdelingshoofd kan het testimonium invullen en ondertekenen.
      Bijzonderheden (Extra information)

      contact: stage-coördinator van de betreffende afdeling.

      De stageperiode vindt voor de meeste studenten plaats aan het einde van het 3e studiejaar van april tot juli. Studenten van de minor Geneeskunde volgen deze stage al in het 2e kwartaal van het 3e studiejaar.
      De student mag in overleg met de afdeling andere afspraken maken (bijvoorbeeld omdat hij eerst nog een ander onderdeel wil afronden).
      De bachelorstage heeft een belasting van 12 ects  (d.i. 336 uren / 42 werkdagen ).

      Voor info mbt de verslaglegging zie de volgende website: http://www.ru.nl/biowetenschappen/onderwijs_education/richtlijnen/



      In bijlage 4B wordt de bachelorstage bij de afdeling Moleculaire Biologie  beschreven. Het betreft hier een bijzondere stage omdat deze stage ook een cursorisch deel bevat.